Bronvermelding Wielerspiegel

Dat Frans Kees zijn mannetje heeft gestaan bewijst hij op deze foto waar hij in het clubshirt van Tempo Veldhoven sneller is dan coureurs uit de sponsorteams Peugeot, Caballero en Amstel Bier eind jaren 60.
Weer is een oud-coureur naar het wielerwalhalla vertrokken. Nu kwam het overlijdensbericht van Veldhovenaar Frans Kees niet geheel onverwacht. Zes jaar geleden was ik bij de oud-coureur op bezoek om terug te kijken op zijn wielerleven. Toen al ging het niet geweldig goed met hem. Op 72-jarige leeftijd had hij veel last last van zijn longen en was daardoor blijvend op extra zuurstof aangewezen. Met zijn kippenbedrijf was hij toen al een paar jaar eerder gestopt. Frans Kees reed slechts zes seizoenen in de pelotons. Toen hij 22 jaar was bracht zijn vader, een fervente wielersportliefhebber, hem op het idee de wedstrijdsport te gaan beoefenen. “Mijn vader vertelde dat hij vroeger op de baan had gereden. Van hem kreeg ik mijn eerste racefiets,” vertelde hij me toen. Vanwege zijn leeftijd moest hij meteen bij de amateurs aan de bak. Hij werd lid van TWC Tempo in zijn woonplaats. “Mijn eerste wedstrijd reed ik in Stiphout. Meteen al in de eerste ronde werd ik er af gereden. Die dag ben ik afgestapt, maar langzaamaan ging het steeds beter.” Kees reed vooral wedstrijden in België. Met zijn vader, soms ook moeder mee, naar de koers. Met clubgenoten als Jan Stolk, later ook Henk van Rooij, Fons van Geffen en Henk Willems reed hij zijn wedstrijden tussen de amateurs. In mijn rennersperiode ben ik weinig gevallen. Ik heb nooit wat gebroken.” Frans Kees kwam niet onverdienstelijk voor de dag. Zo was hij in 1967 de lachende derde in de eerste etappe van de vierdaagse Ronde van Naarden. Samen met Eindhovenaar Frans Otten reisde hij naar het Gooi voor vier dagen koers. Renners als de latere wereldkampioen Graham Webb uit Engeland, Hilversummer Karel de Graaf, de Peter Kisner uit Zeeland en Bart Solaro uit Den Bosch beloerden elkaar om hun slag te slaan. Dat pakte anders uit toen Frans Kees er in de voorlaatste ronde in zijn eentje vandoor ging. Voor het publiek was hij een onbekende knaap en ook de andere renners zagen er geen gevaar in. Het leverde de Veldhovenaar de eerste gele trui op die hij later moet af staan aan De Graaf. Hij reed zich dat jaar onder meer in eigen Veldhoven en in Eindhoven naar het podium tussen renners als Marcel Pennings (Nieuw-Vennep), Henk van Vught (Boxtel), Hans Hesen (Horst) en Gerrie Bruin (Andijk). De prestaties van Kees wekten de aandacht in wielerland. Toen het sponsorteam Sport 68 werd opgericht, maakte Frans Kees samen met streekgenoten Harrie Schoofs (Bladel) en Cees Kuijs (Hilvarenbeek), schaatser-wielrenner Rudie Liebrechts (Vlaardingen), Frits Hoogerheide en Leo Bogers (beiden Ossendrecht), Bennie Cardol (Bilthoven), Jef Smulders (Tilburg), Jac van Kessel (Deurne), Kees Frijters (Zegge) en Gerrit Veldhuizen (Maasdam) deel uit van dat team. Kees startte onder meer in de door Leen de Groot gewonnen Olympia’s Tour. Hij beëindigde de rondrit door Nederland als 79e en voorlaatste uitrijder op ruim een uur achterstand van de Utrechtse Caballero coureur in het oranje leidersshirt. Hij kon wel bijdragen aan de 3e plaats van ploeggenoot Frits Hoogerheide op het eindpodium in Amsterdam. In 1968 won hij op de verjaardag van zijn moeder in Horst waar hij Cor Vriens (Helmond) en Limburger Frits Slüper voor bleef. Driemaal werd hij dat jaar voor de bloemen geklopt: in Oirschot door Jan Hordijk (Rotterdam), in Geldrop door Tonnie Gruijters (Stiphout) en in Tegelen door Jan van Katwijk (Oploo). Even nam hij zelfs nog een beroepsrenners licentie. Nog een paar seizoenen was de Veldhovense renner daarna in de wedstrijden in eigen regio en bij onze zuiderburen te zien. In 1970, op 28-jarige leeftijd, zette hij een punt achter het wielrennen en raakte in de jaren daarna geen racefiets meer aan. Hij nam het kippenbedrijf van zijn ouders over, trouwde en kreeg met zijn vrouw twee dochters. Het kippenbedrijf deed een zware aanslag op zijn gezondheid.
Na zijn pensionering ruimde de Veldhovenaar zijn kippenschuren op, omdat hij het Sondervick College als naaste buur kreeg en de gemeente hem tot bedrijfstop verplichtte. “Dertig jaar lang heb ik stof gevreten, zodat ik al een aantal jaren geleden werd afgekeurd en nu te weinig lucht krijg.” Door de longziekte COPD vernauwden zijn luchtwegen. “Ik kan me niet meer al te druk maken, krijg tweemaal per week fysiotherapie en heb thuis een loopband en een hometrainer. Daarop houd ik het steeds maar enkele minuten vol, maar zo blijft mijn gezondheidstoestand toch enigszins stabiel. Op de teevee houd ik nog wel het wielrennen bij,” vertelde Frans destijds. Vorige week woensdag overleed hij. A.s. donderdag 14 mei zal de crematie in besloten kring plaats vinden. Dat Frans Kees in vrede mag rusten.