Om jullie in deze gekke tijden nog steeds van verhalen te voorzien, interviewen we wekelijks een renner of begeleider. Afgelopen weken hebben we Jasper, Bart, Robin, Thomas, Jeffrey en Xavier al geïnterviewd. Deze week is het de beurt aan Arne Jacobs. Arne Jacobs is 23 jaar oud en nog helemaal nieuw in de wielersport. Dit seizoen rijdt Arne, als eerstejaars elite, zijn eerste seizoen voor Tempo Hoppenbrouwer-VIRO.
Ondanks dat Arne pas twee jaar echt actief is binnen de wielersport, rijdt hij jaarlijks al wel 20.000 kilometer. Aangezien Arne in Maastricht woont, kan hij genieten van de mooiste klimmetjes die te vinden zijn binnen Nederland. Het is dan ook geen wonder dat hij bergop erg goed mee kan. Om een beter beeld van Arne te krijgen, hebben we hem geïnterviewd.
Hoe ben je met het wielrennen begonnen?
Tot en met het einde van mijn middelbareschooltijd heb ik altijd gevoetbald. In de lagere leeftijdscategorieën speelde in de verdediging. Later werd ik vanwege mijn grote loopvermogen voornamelijk opgesteld als centrale middenvelder.
Toen ik startte met mijn studie aan de Technische Universiteit, ben ik verhuisd naar Eindhoven. Ik ging in de winter altijd graag hardlopen om mijn conditie te onderhouden en heb toen enkele keren meegetraind bij de studenten atletiekvereniging. Dit ging al snel erg goed en mijn talent voor duursport heb ik hier ontdekt. Na een half jaar liep ik al 15.50 op de 5000 meter, gemotiveerd door de snelle progressie hoopte ik de hierop volgende jaren verdere stappen te kunnen maken in de atletiek. Ik liep nog mooie tijden op de 10km, 15km en 10 Engelse mijl. Maar heb mede door blessureleed nooit de (beloofde) potentie van mijn eerste half jaar kunnen waarmaken.
Ik heb de fiets ontdekt als alternatieve training voor mijn hardloopblessures. Al snel kwam ik er achter dat fietsen nog mooier is dan hardlopen. Omdat je met de fiets veel verder van huis komt, zie je veel van de mooie omgeving die Nederland en andere landen te bieden hebben. Na een half jaar (inmiddels voorjaar 2019) wielrennen besloot ik een keer een wielerkoers te rijden. Ik deed mee aan een wedstrijd in de Studentencup, de Ronde van Wolder. Het was een korte omloop van een paar kilometer met een pittig klimmetje erin. Ik wist nog niet veel van koerstactiek, maar toch werd ik hier derde (weliswaar tussen de niet-licentiehouders), puur op karakter en fysiek vermogen. De liefde voor de koers was geboren.
De daaropvolgende zomer reed ik nog enkele rondjes om de kerk met mijn KNWU-basislicentie. Ook al zijn explosieve criteriums niet echt mijn ding, ik moet het hebben van het betere klim- en brommerwerk, reed ik redelijk wat ereplaatsen. Na de zomer van 2019 ging ik voor mijn opleiding stagelopen in Haguenau, een plaatsje in de buurt van Frankrijk. Hier reed ik een rondje mee met de recreatieve fietsers van de lokale fietsclub. Toevallig reed die dag ook Pierre-Henri, meervoudig kampioen van de regio Grand-Est in Frankrijk, mee. Onder indruk van mijn klimvermogen nodigde hij me uit mee te trainen met de wielerploeg van Haguenau, UCH. In 2020 heb ik mijn afstudeerproject in Frankrijk gedaan in combinatie met wielrennen voor UCH. Ondanks de coronacrisis heb ik hier ruim 10 weken twee keer per weekend koersen kunnen rijden in de periode tussen augustus en oktober. Ondanks dat de grote wedstrijden geen doorgang vonden en ik mezelf niet heb kunnen testen in zware klim-parcours heb ik hier veel ervaring opgedaan.
Welke disciplines van de wielersport beoefen je en waar gaat je voorkeur naar uit?
Ik rijd voornamelijk op de weg op de racefiets. Als het in de winter slecht weer is, neem ik wel eens de mountainbike en ga ik de bossen in. Als het kan rijd ik echter het liefst op de weg!
Vorig jaar reed je koersen bij een Franse ploeg en sinds dit jaar rijd je voor Tempo. Waarom kom je naar ons?
Nadat mijn stage en afstudeerperiode voorbij was heb ik besloten weer terug naar Nederland te verhuizen. Dat ik door wilde gaan met wielrennen stond vast. Ik ben in Nederland op zoek gegaan naar een ploeg waar ik me verder kan ontwikkelen en nog stappen kan maken.
Nadat ik met Hans had gesproken, was ik overtuigd dat de renners bij Tempo een mooi programma rijden met een aantal grote wedstrijden en mooie meerdaagse koersen. Ook de mix van jonge jongens en ervaren renners waar ik van kan leren sprak me aan.
Hoe ziet een trainingsweek er voor jou uit en wat vind je het mooist om te doen?
In een typische trainingsweek trap ik tussen de 500 en 600 kilometer weg. Die week bestaat uit 2 keer een 2-daags blok. Op woensdag/donderdag en zaterdag/zondag. Bij deze 2-daagse blokken bestaat één training uit intervallen/blokjes en is de andere meestal een lange duurtraining. De overige dagen van de week zijn ingevuld met ondersteunde trainingen zoals herstelritjes en kracht/coretraining.
Als liefhebber van de lange, zware inspanningen vind ik de lange duurtrainingen of trainingen met lange intervallen het leukste!
Ben je bezig met voeding en heb je favoriete gerechten voor en na de koers?
Eten en fietsen zijn voor mij onlosmakelijk verbonden. Ik ben dol op eten! Zowel koken en vooral het consumeren. Ik hou ervan gezond te eten en ben altijd erg geïnteresseerd in hoe voeding (voor tijdens en na trainingen) je prestaties kan optimaliseren.
Ik heb niet echt favorieten gerechten, maar wel één favoriet ingrediënt: PINDAKAAS. Ik eet pindakaas met werkelijk alles: de havermout in de ochtend, kwark met muesli in de avond en op de rijstwafels als snack.
Op welke prestaties ben je het trotst?
Dat moet wel mijn KOM op de Grand Wintersberg in Niederbronn les Bains zijn. Dit is de vaste testklim van onze ploeg in Frankrijk en de meest prestigieuze in de omgeving. Hij is met 6 km aan 6% niet extreem lang maar genoeg om binnen 13 minuten helemaal kapot te gaan. Dat dé klim in deze omgeving waar al zo veel jongens op zijn stukgegaan, nu in Nederlandse handen is maakt me erg trots.
Hopelijk komt er snel een mooi resultaat in een Nederlandse klimklassieker waar ik trots op kan zijn.
Wat wil je komend jaar seizoen super graag leren, met behulp van de anderen bij Tempo?
Ik heb van veel jongens gehoord dat de Nederlandse koersen behoorlijk zenuwachtig zijn. Ik hoop dit jaar vooral te leren om deze (Nederlandse) klassierkers goed te rijden en een koers af te maken zonder finish bergop.