Afgelopen weken heeft Joris de Mönnink diverse renners en begeleiders geïnterviewd. Deze week vond ik, Hans Baudoin, het tijd om hem eens te interviewen. Joris is 22 jaar oud en woont al zijn hele leven in Eindhoven. Pas vijf jaar geleden is Joris besmet geraakt met het wielervirus, waarna hij zijn eerste koers reed als tweedejaars junior. Dit jaar rijdt hij zijn derde seizoen bij Tempo Hoppenbrouwers-VIRO.

Nadat Joris een kort jaartje als junior en een jaar als amateur heeft gereden, besloot hij om aan te sluiten bij de beloftenploeg van TWC Tempo Hoppenbrouwers-VIRO. Voor hem was alles nog relatief nieuw, waardoor hij dit avontuur zeker eens mee wou maken.

Joris staat altijd klaar voor anderen en is een echte teamspeler. Hij is ook altijd bereid om een extra stapje te zetten voor de club. De leuke interviews die hij elke week plaatst op Facebook, Instagram en de website zijn hier een goed voorbeeld van. Het wordt hoog tijd dat hij eens in het zonnetje wordt gezet, vandaar dat ik hem heb geïnterviewd.

Hoe ben je in aanraking gekomen met de wielersport?
Met een aantal klassen van de middelbare school gingen we in Italië op vakantie mountainbiken, waarbij ik merkte dat ik toch al goed hard omhoog kon rijden. Eenmaal thuisgekomen had ik mijn eerste mountainbike al snel veroverd en heb ik alle mountainbikeroutes in de regio Eindhoven verkend. Nadat ik met de mountainbike hard ten val ben gekomen besloot ik om het wat “veiliger” te maken voor mezelf en ben ik overgestapt naar fietsen op de racefiets.

In datzelfde jaar schreef ik me in bij de regionale wielervereniging en reed ik mijn eerste koersjes als tweedejaars junior, wat meteen flink aanpoten was. Na daarna een seizoen bij de amateurs te hebben gereden merkte ik een mooie progressie en heb ik samen met Jeroen Hasselaar besloten om aan te sluiten bij de beloftenploeg van TWC Tempo Hoppenbrouwers-VIRO.

Waar word jij blij van? Waar ben je trots op?
Ik word er erg blij van als hard werken beloond wordt. Dit geldt dan ook zowel voor situaties in het wielrennen als daarbuiten. Als ik zelf merk dat ik écht harder ga fietsen doordat ik goed getraind heb is dat voor mij een beloning. Inmiddels heb ik weer een mountainbike en ook hier merk ik dat ik steeds handiger word om de parcoursen af te leggen. Voor de studie die ik volg is dat dan in de vorm van een goed resultaat na vele uren in boeken.

Waarom heb je juist voor Tempo gekozen?
Ik houd ervan om onder de mensen te zijn, van elkaar te kunnen leren en samen plezier te hebben. Het is geen geheim dat we bij Tempo een flinke elite-beloftenploeg hebben die elkaar kunnen versterken. Omdat ik nog niet vanaf mijn zesde op de fiets zit, kan ik nog veel leren op zowel tactisch als technisch vlak. Ik ben naar Tempo gekomen om mij vooral op dit vlak te verbeteren, waarbij de andere renners, onze mechanieker Gerrit en jij mij een hoop bijbrengen.

Daarnaast hoopte ik ook om een aantal klimkoersen mee te kunnen pakken om vooral te leren rijden in een peloton op een parcours dat me ligt. Hierbij stonden de meerdaagse in Tsjechië en de Arden Challenge afgelopen twee jaar bijvoorbeeld dik onderstreept in mijn agenda.

Wat vind je zelf je beste eigenschap als wielrenner en waar moet je nog aan schaven?
Laat ik beginnen met een citaat van Jos van Emden: “Bij fietsen komt zoveel meer kijken dan domweg veel vermogen leveren of een goede longinhoud hebben. Je kunt een belachelijk hoog vermogen trappen, maar als ik je klemrijd aan de voet van een klim, dan ga je niks winnen. Dan lig je gewoon achter. Gelukkig maar, anders zouden we een saaie sport hebben.”

Ik vind het nog steeds erg lastig om voorin het peloton te rijden en erop te vertrouwen dat ik net zo hard door de bocht kan als degene die voor mij rijdt. Als ik op een rondje van 1500 meter zes bochten moet insturen, verlies ik heel wat seconden die ik telkens dicht moet rijden. Als ik goed mee zou willen in de koers is het voor mij van groot belang dat ik me verbeter op technisch en tactisch gebied. Hard rijden lukt me al, want tijdens de grootste onlinewedstrijd afgelopen jaar (waar online gekoerst wordt en het dus eigenlijk een kwestie is van keihard fietsen) was ik de eerste van onze ploeg die de top van de virtuele Mont Ventoux bereikte.

Wat is je ambitie? Wat wil je uiteindelijk bereiken. Zowel maatschappelijk als op sportief vlak.
Nu ik in de afrondingsfase van mijn afstudeeronderzoek ben beland, ben ik erachter gekomen, dat ook hier mijn ambities liggen. Ik vind het prachtig om alle methodes en technieken die ik afgelopen jaren heb geleerd aan de studie Technische Bedrijfskunde in de praktijk te brengen en hier resultaten mee te boeken voor een organisatie. Het fietsen dient momenteel voor mij vooral als ontspanning en als moment om met vrienden op te trekken tussen drukke werkweken door. Het lijkt me supergaaf om me te blijven ontwikkelen in de wielersport, zodat ik steeds beter mee kan. Ik ben daarbij dan ook nog nooit met tegenzin op de fiets gestapt.

Waar heb je het meest afgezien? Hoe voelde dat?
Tijdens de eerste etappe van de eerste meerdaagse die ik gereden heb in Tsjechië. Omdat ik nog erg moest wennen aan het rijden in een erg groot peloton, heb ik me na de eerste afdaling laten lossen (dat leek me op dat moment wel de meest verstandige keuze). Omdat ik binnen de tijdslimiet wou finishen heb ik een “individuele tijdrit” gereden van ruim 100 kilometer om na 3 uur en 19 minuten over de finish te komen. Dit was precies 18 minuten nadat de winnaar binnenkwam.

Ondanks dat het flink afzien was, was ik natuurlijk erg blij dat ik vervolgens alle dagen erna nog heb mogen starten en de hele etappekoers dus heb mogen rijden. Iedere dag van die etappekoers verbeterde ik mezelf en reed ik betere uitslagen. Van de 136 vertrekkende starters hebben slechts 61 renners de etappekoers volledig uitgereden en daar zat ik als “groentje” toch maar mooi bij! Een mooie prestatie voor de enige etappekoers die ik in mijn leven gereden heb al zeg ik het zelf.

Tot slot: heb je nog een persoonlijke wens? Ik ken je als iemand die altijd klaar staat voor anderen. Jij mag ook op de voorgrond treden.
Het klinkt misschien cliché, maar mijn enige wens voor nu is eigenlijk dat ik gezond blijf. Fietsen draagt hier op zowel fysiek als mentaal gebied zeer positief aan bij. Het liefst blijf ik minimaal tot m’n 80e met plezier op de fiets zitten.